PTSS en dode piraten overboord zetten.

Indien een militair na een uitzending PTSS-achtige klachten ontwikkelt, wordt door defensie vaak gebruik gemaakt van allerlei psychologische testvragen om te kijken of er al sprake was van persoonlijkheidsproblemen vóór de uitzending. Op deze wijze kan het goed zijn dat de militair te horen krijgt dat het allemaal niet direct aan zijn uitzending ligt, maar aan hem zelf…

Zo gebeurde het ook bij een zeer jonge militair die werd uitgezonden ter bestrijding van piraten nabij Somalië. Hij werd beschoten, stond het bloed uit een Rhib te spoelen en moest dode piraten, die met zware spanbanden aan buitenboordmotoren waren ‘vastgemaakt’, vervolgens overboord zetten.

Later bleek dat hij het gekraak van botten van de dode piraten, die onder het aantrekken van de zware spanbanden braken als luciferhoutjes, niet uit zijn hoofd en uit zijn gedachten kon krijgen. Het kind dat aan boord met een ketting aan de wand was geketend, kreeg hij evenmin van zijn netvlies. Het ging reeds op uitzending rap slechter met hem en het enige dat hij van de ziekenboeg kreeg, was paracetamol.

 

Niet onbelangrijk is dat er bij terugkomst in Nederland uit tijdsgebrek geen psychologisch (groeps)gesprek met hem werd gehouden. Dat had wellicht veel ellende kunnen voorkomen. Het maanden later op het huisadres gestuurde vragenformulier werd wel ingevuld en teruggestuurd, maar toen was het al te laat en was hij reeds ontspoord.

     

Eenmaal ontspoord en beland in de psychiatrische mallemolen, werd gekeken of er al sluimerende ‘problemen’ met deze jonge militair waren. Men noemt dat met een mooi woord, premorbide persoonlijkheidskenmerken. Daartoe werden er allerlei psychologische testen gebruikt. Zo werden er een Thematic Apperception Test (TAT), Utrechtse Copinglijst (UCL) en nog vele, vele testen meer afgenomen.

Zijn behandeld arts gaf vervolgens aan dat de klachten trauma gerelateerd zijn en dat de behandeling nu wordt belemmerd door de onzekerheid over zijn baan die op de tocht staat. Ondanks alles wat hiervoor staat, geeft de keurend arts doodleuk aan dat het goed mogelijk is dat het gewraakte gedrag ook had plaatsgevonden zonder de uitzending.

 

Waar ging deze zaak ook al weer over? O ja, een jonge militair die problemen heeft over gehouden aan een uitzending en simpelweg hulp nodig heeft en nu moet lezen dat hij zijn problemen ook werkend bij de HEMA zou kunnen hebben opgelopen.

Deze militair is natuurlijk nimmer te vergelijken met een politieambtenaar, brandweerman, of Tweede Kamerlid. Hij is degene die het vuile werk van de B.V. Nederland in den vreemde opknapt. Hij verdient het niet om maanden lang in twijfel te worden gelaten of zijn baan op de tocht staat. Er is namelijk niemand in Nederland die bloed van mensen uit bootjes spoelt en mensen in lijkzakken met spanbanden aan buitenboordmotoren vastsjort en vervolgens overboord zet.

Toen de militair bij indiensttreding werd goedgekeurd, was hij goed genoeg om te worden uitgezonden. Dan is eigenlijk het ‘recht’ om later aan te geven dat hij toch premorbide persoonlijkheidskenmerken had, verwerkt.

Deze zaak is nog niet afgelopen…

U bent geïnformeerd en (wellicht) gewaarschuwd!

Hein Dudink/Advocaat