Vrouwen bij defensie: deel I
Al jarenlang hoor ik de meest afschuwelijke ervaringen van vrouwen in opleiding bij defensie. Meestal wordt het dan na het indienen van een klacht (quasi) intern opgelost. Dan wordt er een commissie op losgelaten en gaat het leven maanden later weer gewoon verder. Uiteindelijk zie je dan dat de vrouwelijke militair toch defensie verlaat.
Als advocaat en oud-beroepsmilitair kan ik daar op zich mee leven. Defensie is nu eenmaal geen plek waar op empathie wordt geselecteerd en daardoor zal er dus ook altijd een spanningsveld bestaan.
Maar nimmer zag ik de lange termijn gevolgen en de impact dat bovenstaande ‘gedrag’ kan hebben op de rest van het leven/gezin/functioneren van een vrouwelijke militair. Meestal is de rechtsbijstand dan ook namelijk al lang gestopt.
Geschrokken door meerdere zaken die ik recentelijk onder ogen kreeg, zie ik ook een patroon ontstaan die mij grote zorgen baart.
Een patroon waarbij klachten/aangiften van vrouwen stelselmatig niet serieus worden genomen. Nog steeds lijkt het er dan op dat eerst met een vinger naar de vrouw wordt gewezen. Of klip en klare strafrechtelijke vergrijpen worden simpelweg niet met het Openbaar Ministerie in Arnhem gedeeld.
Meer vreemd zijn de gevallen waarbij de Minister van Defensie nota bene de zaak persoonlijk aanhoort en schriftelijke toezeggingen doet. Vervolgens is er dan weer radiostilte. Dan blijft toch altijd die vinger naar de vrouw wijzen!
Iedereen met enige empathie weet dat dit fout moet gaan en dat doet het dan vaak ook. Soms zeer ernstig! Ik zal een voorbeeld geven.
In dit geval betrof het een vrouwelijke militair in opleiding bij de KMA die in haar kamer op gewelddadig werd aangerand door een mannelijke militair die haar achtervolgde naar haar kamer. Hij trachtte haar vervolgens te verkrachten terwijl hij haar tegen kasten aangooide en haar keel dichtkneep.
Toen ‘het’ niet lukte omdat hij haar te strakke broek niet naar beneden kreeg, ging hij weg en liet haar voor grofvuil achter. Zij verklaarde later dat zij dacht dat haar laatste uur had geslagen, zo gewelddadig was het.
‘Doe maar geen aangifte’:
Daarna kreeg zij nota bene van de Marechaussee op de KMA te horen dat ze beter geen aangifte kon doen en later werd aangegeven dat haar verklaring in de kluis bij de Staatssecretaris van Defensie zou worden bewaard, mocht zij er later op terug willen komen.
Gevolgen:
Bovenstaande is slechts een greep uit de gebeurtenissen, maar de gevolgen zijn tot op de dag van vandaag voor haar voelbaar en hebben een directe impact op haar functioneren als vrouw/moeder en partner.
Later is er overigens nog een commissie opgericht om deze zaak specifiek te onderzoeken, maar ook na de Minister van Defensie persoonlijk te hebben gesproken is er nimmer vanuit defensie hulp aangeboden en moest zij bovendien de extra kosten voor medische hulp zelf maar betalen.
Zoals wel vaker in Den Haag verdween het ‘probleem’ daarmee onder het tapijt.
“De KMA raad ik mijn toekomstige dochter niet eens aan”
Door KMA Cadet-Vaandrig I. Tziamali, werd op 10 april 2021 een scriptie geschreven met als titel: “De KMA raad ik mijn toekomstige dochter niet eens aan”.
Dat lijkt de lading dus uitstekend te dekken. (militaire_spectator_2021_tziamali.pdf)
Uiteraard is het (zoals altijd) na 10 april 2021 akelig stil geweest.
U bent gewaarschuwd en geïnformeerd!
Hein Dudink/Advocaat