‘Een ‘aangepast’ PV, daar vang je boeven mee’!

Het Nederlandse strafrecht is inmiddels bijna geheel schriftelijk geworden. Daarbij heeft de wetgever in artikel 344 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering aangegeven dat het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar extra bewijskracht heeft. Er staat letterlijk;

Het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft gepleegd, kan door den rechter worden aangenomen op het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar’.

Dat houdt in dat de rechter zal veroordelen als aan dit ‘minimum vereiste’ is voldaan, omdat feitelijk nooit wordt getwijfeld aan de oprechtheid van de waarneming van een opsporingsambtenaar. Het enige dat dan nog over blijft, is gesteggel over de hoogte van de straf!

Schriftelijke samenvatting van het verhoor of de waarneming:

In Nederland worden de verhoren niet standaard opgenomen, omdat het technisch niet mogelijk zou zijn o.i.d. In Engeland neemt men de verhoren al sinds – 1984 – op en staat ook nog eens in het Police and Criminal Evidence Act 1984 (P.A.C.E.) precies uitgewerkt hoe dat moet geschieden. Het kan dus wel – en gebeurt ook bij zware delicten – , maar waarom wil men dat dan (in eenvoudige zaken) niet?

Achteraf aanpassen:

Een keer eerder viel mij tijdens het verhoor op dat het proces-verbaal niet gelijk aan mijn cliënt en mij werd gegeven, maar eerst aan een onbekende derde moest worden voorgelegd. Toen de verbalisanten terug kwamen, werd het proces-verbaal ook daadwerkelijk aangepast en daarna pas ter controle aan de verdediging overhandigd. Dit gaf aanleiding om het proces-verbaal niet te ondertekenen en scherper op deze wijze van verbaliseren te letten.

Rechtbank Arnhem.

In de hiervoor omschreven strafzaak heb ik tijdens de behandeling bij de rechtbank te Arnhem aangegeven dat dit in directe strijd is met de wijze waarop dient te worden geverbaliseerd. Wie weet na uren of dagen verhoor nog precies wat voor antwoord is gegeven? Los daarvan worden er door de onbekende verbalisant buiten beeld aanpassingen gemaakt en wordt er dus niet mee ondertekend!

Bovenstaande gaf de officier van justitie aanleiding om aan te geven dat hij dit proces-verbaal ‘weg zou laten’ uit zijn requisitoir. Hetgeen door de meervoudige kamer van de rechtbank werd gewaardeerd. Ook die voorzitter achtte de wijze van verbaliseren niet juist! Uiteindelijk volgde vervolgens een vrijspraak voor deze verdachte. Het raakt namelijk direct de kern van de betrouwbaarheid van de zaak en de fundering van het Nederlandse schriftelijk strafrechtstelsel.

Hof Amsterdam.

In een recente strafzaak popte deze wijze van verbaliseren ook op. Hierbij bleek dat meerdere verbalisanten niet alleen bij elkaar hadden gezeten en gelijktijdig hun proces-verbaal van bevindingen opstelden, maar hun PV’s eerst aan een derde moesten laten lezen. Deze onbekende verbalisant was daar speciaal voor van huis geroepen!

Deze wederom niet met naam genoemde opsporingsambtenaar, zou namelijk later de zaak ‘gaan draaien’. Dat verklaarde een van de verbalisanten en gaf aanleiding tot nader onderzoek.

‘Een goed (aangepast) PV, daar krijg je een veroordeling mee…’:

Dus degene die verantwoordelijk is voor de uiteindelijke succesvolle vervolging, mag en kan zelf bepalen wat er in een proces-verbaal komt.

Aangezien de naam van deze opsporingsambtenaar nergens in het dossier was terug te vinden en ook de verbalisanten zelf dat niet eens meer wisten, heb je ook als verdediging geen enkele weet van wat voor beïnvloeding/aanpassing er eventueel heeft plaatsgevonden. De rechtbank en het hof dus ook niet!

Het verschil tussen een vrijspraak en een veroordeling is in Nederland al vaak een uiterst dun lijntje en de overtuiging van een (van de) rechter(s) kan dan al genoeg zijn om toch tot een veroordeling te komen. De meeste opsporingsambtenaren die ik bijstond wisten al vaak niet wat het precieze juridische verschil was tussen diefstal, heling en verduistering. Daar gaat je VOG/VGB en je carrière.

Hier horen de strafrechtelijke nekharen overeind te gaan staan!

Verschillen in processen-verbaal:

Let op, in tegenstelling tot een proces-verbaal van verhoor, waar een verdachte kan/mag ondertekenen, ondertekent een verdachte bij een proces-verbaal van bevindingen niet! Dat doen de verbalisanten zelf! Daar zit dus geen advocaat bij en er is dus geen enkel zicht of controle op.

Wel degelijk inhoudelijk aangepast:

Een van de later verhoorde verbalisanten gaf duidelijk aan dat er ook inhoudelijke wijzigingen zouden zijn aangebracht. Dit gaf aanleiding om het Hof te verzoeken om deze verbalisant zelf te mogen horen. Dit werd afgewezen, maar de verbalisant zou gevraagd worden om een aanvullend proces-verbaal van bevindingen op te stellen… Geen grap!

Deze verbalisant geeft later in zijn proces-verbaal van bevindingen aan:

Na de aanhouding van de verdachte ben ik in dienst geroepen. In mijn rol als coördinator ben ik ter plaatse gegaan naar het politiebureau, alwaar voorgenoemde verbalisanten hun werkzaamheden aan het uitvoeren waren, namelijk het opstellen de processen-verbaal.

Mijn rol bij het opmaken van deze processen verbaal was coördinerend, wat ik dagelijks bij verschillende onderzoeken uitvoer. Dit houdt in dat ik de processen verbaal na de opmaak doorlees en kijk of het voldoet aan de kwaliteitseisen.’

Ik let daarbij op de volgende zaken:

  1. Zijn de juiste gegevens van verbalisanten en van de verdachte ingevoerd.
  2. Zijn de juiste gegevens van de datum, tijd en plaats ingevoerd.
  3. Staan in de bevindingen spelfouten.
  4. Staan in de bevindingen zinnen die niet goed lopen, wat het geheel niet prettig leesbaar maakt.
  5. Staan er in de bevindingen zaken benoemt die men duidelijker kan beschrijven.

Op de vraagstelling of ik instructies heb gegeven aan de verbalisanten, verklaar ik u dat ik niet meer heb gedaan als wat ik hierboven het omschreven. Ik zie het niet als het geven van instructies maar als kwaliteit zorg en collegiale ondersteuning om te komen tot een goed product.

Goed product en kwaliteitszorg!

Het is gelukkig allemaal alleen maar om een goed product te doen! U kunt weer rustig gaan slapen!

Dus de man die de zaak inhoudelijk gaat draaien, wordt thuis opgebeld en komt gelijk om zijn collega’s alleen maar te helpen! Dat doet hij dagelijks bij verschillende onderzoeken!

Er wordt kennelijk op de politieacademie niet geleerd hoe een proces-verbaal moet worden opgesteld en wat hierin allemaal moet worden opgenomen. Bijvoorbeeld dat de verbalisanten hun eigen gegevens erin moeten zetten en die van een verdachte! Voorts wanneer de verweten gedraging zou hebben plaatsgevonden etc.

Kennelijk spreekt geen verbalisant in Nederland ‘begrijpelijk’ Nederlands, want er wordt ook nog een taalcontrole uitgevoerd en gezorgd dat alles prettig leesbaar is! Tenslotte dat het allemaal wel duidelijk moet zijn.

‘Een goed PV, daar vang je boeven mee’.

Dat staat op pagina 2 Kwaliteitsprogramma Politie-OM Den Haag 2016 (KPOM.DH).

Waarom moest deze coördinator zo snel van huis komen? Dat is namelijk omdat als de verbalisant het proces-verbaal definitief maakt, hij dit later niet meer kan aanpassen, zonder dat het opvalt. Het systeem laat dit (kennelijk) niet toe!

Indien naar het PV van de verbalisant zelf wordt gekeken, dan valt gelijk op dat het taalkundig niet al te best is en het is de man kennelijk ook niet opgevallen dat een van de verbalisanten aangeeft dat hij het proces-verbaal op een andere locatie heeft opgesteld dan zijn collega’s. ‘Iets’ klopt hier dus niet!

De Wet:

In artikel 152 lid 1 wetboek van strafvordering staat aangegeven: ‘De ambtenaren, met de opsporing van strafbare feiten belast, maken ten spoedigste proces-verbaal op van het door hen opgespoorde strafbare feit of van hetgeen door hen tot opsporing is verricht of bevonden’.

Daar staat dus niet dat zij verbaliseren wat door derden is/wordt bevonden! Daarom tekenen zij zelf en op ambtseed voor het proces-verbaal.

Neutrale coördinator?:

Zelfs het EHRM lijkt rekening te houden met de mogelijkheid dat een verbalisant zelf al niet altijd ‘neutraal’ is in zijn weergave van het proces-verbaal.

In de uitspraak van Mechelen e.a. oordeelde het EHRM dat politieagenten banden hebben met de overheid en het Openbaar Ministerie: ze zijn immers ondergeschikt aan het OM en moeten bewijs leveren voor strafzaken. Hierdoor kunnen ze de neiging hebben om een verklaring af te leggen die bijdraagt aan een succesvolle vervolging van de zaak. Daarom is een opsporingsambtenaar volgens het EHRM, niet onpartijdig te noemen. (EHRM 23 april 1997, 21363/93, NJ 1997, 635, m. nt. G. Knigge (van Mechelen e.a./Nederland).

Richtlijn schriftelijke verantwoording strafzaken: (28 januari 1997, College van procureurs-generaal)

In het strafproces geldt als uitgangspunt een goede, dat wil zeggen behoorlijke en rechtmatige werkwijze van politie en openbaar ministerie. Hiervan moet behalve de rechter ook de verdediging kunnen uitgaan. Dit straf processueel ‘krediet’ gaat evenwel verloren indien politie en openbaar ministerie geen open en volledige verantwoording van het opsporingsonderzoek afleggen ter openbare terechtzitting en aldus dit onderzoek gedeeltelijk aan de controle van de rechter onttrekken. In het bijzonder het voorschrift van artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering strekt er toe deze verantwoording invulling te geven, en daarmee de controle van de strafrechter op het totale verloop van het opsporingsonderzoek, mogelijk te maken. De rechter moet de gehanteerde opsporingsmethoden en -middelen kunnen toetsen op proportionaliteit, subsidiariteit, zorgvuldigheid en rechtmatigheid.

Als je voorts meeneemt dat er meerdaagse observaties van de verdachte niet eens werden geverbaliseerd, dan wel in het dossier werden opgenomen, dan mag u mag zelf bepalen wat u van de opmerking van het EHRM vindt!

 

Hein Dudink/Advocaat