Klakkeloos uitgaan van beschuldigingen over plichtsverzuim door Defensie, leidt tot vernietiging besluit UWV

Een militair bij Defensie werd vorig jaar ontslagen in verband met ernstig plichtsverzuim. Hij zou meerdere keren te laat zijn geweest en zelfs één keer onder invloed van alcohol op het werk zijn verschenen. Onder meer om die reden werd de beslissing genomen om hem te ontslaan. Op dat moment ging het echter al niet goed met hem, hij raakte in een neerwaartse spiraal en meldde zich ziek. Onterecht vond het UWV, want hij was inmiddels verwijtbaar werkloos geworden en zou dus onterecht een beroep op de Ziektewet hebben gedaan.

Opvallend was hier echter dat het UWV in het geheel – geen – zelfstandig onderzoek had verricht. Geen geneeskundige onderzoek was bijvoorbeeld verricht om te controleren of hij wel of niet terecht een beroep op de Ziektewet had gedaan. Het UWV was simpelweg uitgegaan van de mededelingen van Defensie zonder nader onderzoek. Dit terwijl ik in beroep samen met de militair een genuanceerder beeld naar voren had gebracht waaruit bleek dat een en ander heel anders lag, als ook dat het hele ontslag nog niet definitief was en nog onder de rechter lag. Pas in beroep ging het UWV vervolgens onderzoek doen, maar dat vond de rechter te laat:

Uit het procesdossier volgt verder dat verweerder hangende beroep een brief, gedateerd 18 oktober 2016, naar de ex-werkgever van eiser heeft verstuurd, waarin vragen zijn gesteld over de wijze waarop een einde is gekomen aan de arbeidsovereenkomst van eiser. Door in het bestreden besluit vast te stellen dat sprake is van gedrag dat dermate verwijtbaar is dat eiser had kunnen weten dat dergelijk gedrag tot ontslag zou kunnen leiden en vervolgens pas in beroep hiernaar nog nader onderzoek te doen, heeft verweerder naar het oordeel van de rechtbank het bestreden besluit in strijd met artikel 3:2 van de Awb onzorgvuldig voorbereid.

Die overweging leidde ertoe dat het beroep gegrond werd verklaard, de proceskosten vergoed werden en het UWV een nieuwe beslissing moest nemen. Dat nieuwe besluit hield vervolgens in dat niet meer kon worden vastgesteld dat mijn cliënt een benadelingshandeling in het kader van de ziektewet had verricht. Dit heeft tot gevolg gehad dat mijn cliënt met terugwerkende kracht alsnog een Ziektewetuitkering heeft gekregen.

Is ook aan u een uitkering geweigerd? Laat dit dan altijd even door ons controleren. Wij staan u hier graag in bij. De volledige uitspraak van deze zaak is door de rechtbank gepubliceerd op: ECLI:NL:RBOVE:2017:397

Robbert Poort / Advocaat